6.3. Opdracht 6-1: Optellen van variabelen¶
Schrijf een programma waarmee je twee variabelen (a
en b
) instelt met
een beginwaarde. Stel a
in met een waarde 3
en b
met waarde 8. Tel
de twee variabelen bij elkaar op en sla het antwoord op als de variabele c
.
Schrijf vervolgens het resultaat naar het scherm met print()
.