4.6. Eindopdracht hoofdstuk 4

Als afsluiting van het hoofdstuk is hieronder een eindopdracht. Deel 1 van deze opdracht is vergelijkbaar met vorige opdrachten – je moet wederom een figuur natekenen met tina – al zal dit nu iets meer werk zijn. Deel 2 van de opdracht voer je uit op moodle nadat je je code hebt ingeleverd. Je moet dan een paar vragen over je gemaakte programma invullen.

Voor deze opdracht krijg je een beoordeling (o, t of v). Als je deze niet voldoende gemaakt hebt is er overigens wel de mogelijkheid een herkansingsopdracht te maken.

4.6.1. Eindopdracht

Een sneeuwvlokje kun je maken door een paar parallellogrammen aan te plakken. Zie bijvoorbeeld:

../_images/sneeuwvlok1.png ../_images/sneeuwvlok2.png

In het eerste plaatje zijn er zes parallellogrammen naast elkaar getekend (de turtle draait na elke parallellogram een aantal graden naar rechts en tekent vervolgens de volgende). Bij de volgende sneeuwvlok zijn het ook allemaal parallellogrammen die naast elkaar zijn getekend (je hoeft niet te tellen hoeveel dat er zijn ;))

Maak eerst een functie sneeuwvlok die het linker plaatje tekent. De functie sneeuwvlok moet gebruik maken van de functie parallellogram die je van mij cadeau krijgt.

Breid de functie sneeuwvlok uit door nog een parameter te gebruiken. Met deze tweede parameter kun je aangeven hoeveel parallellogrammen er in een sneeuwvlok moeten zitten. Dus als je sneeuwvlok(30, 6) uitvoert, dan maakt de turtle het eerste plaatje. Maar als je sneeuwvlok(30, 50) uitvoert, dan begint de turtle iets te maken wat op het tweede plaatje gaat lijken.